Ik vraag me af of, tijdens de besluitvorming om alternatief 7 weer te onderzoeken, de aanwezigen op de hoogte zijn van de nieuwbouwwijk Kreekrijk. Als ik Google Maps een lijn trek zoals deze is getekend in de geleverde situatietekening in de krant en online, dan doorkruist alternatief 7 letterlijk huizen die, nu ik dit typ, al zijn en/of nog worden gerealiseerd.
De lijn iets links verschuiven kan ook niet, daar staan al bestaande huizen. De lijn nog iets verder naar links verschuiven kan ook niet, dan valt de weg weer in de Stelling van Amsterdam gebied.
De lijn naar rechts verschuiven kan zeker niet, dan gaat de weg nog verder door de wijk Kreekrijk.
Ik zou dit graag willen toelichten met afbeeldingen, maar dat is hier niet mogelijk. Kan ik met iemand in contact komen die meebeslist in dit traject? Want ik weet zeker dat alle huidige en toekomstige Busch en Dam, Saendelft en Kreekrijk bewoners zeer teleurgesteld en verbaasd zijn met het laatstgenomen besluit.
Als diegene kan toelichten hoe men verder van plan is om alternatief 7 verder te onderzoeken, zonder dat hierbij een (snel)weg in de achtertuin van 950 nieuwe woningen (gekocht met het idee van rust en een prachtig gelegen polderlandschap), kan dat wellicht twijfel, verbazing, teleurstelling en wellicht woede voorkomen en/of wegnemen. Alvast dank.
Onderzoek naar robuuste oplossing Verbinding A8-A9
In het coalitieakkoord ‘Verbindend vooruit!’ staat dat de provincie gaat werken aan een robuuste oplossing voor de overlast van de N203 bij Krommenie en Assendelft.
De reden daarvoor is dat uitvoering van het in 2021 gemaakte landschapsplan voor de Verbinding A8-A9 ruim € 900 miljoen kost. Deze kosten zijn door alleen de provincie en de gemeenten onmogelijk op te brengen en een bijdrage van het Rijk is onzeker. Voor de robuuste oplossing onderzoekt de provincie varianten die eerder zijn afgevallen. Deze worden nu opnieuw bekeken, met de kennis en ervaringen van vandaag. Na een eerste toetsing zijn 2 varianten overgebleven voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt uitgevoerd samen met de Vervoerregio Amsterdam, de gemeenten Zaanstad, Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk en Velsen en de rijksoverheid.
Varianten
Het onderzoek richt zich op de varianten die eerder in de planstudie zijn beschreven als alternatief 2 en alternatief 7 (zie bijgevoegde kaart). Deze varianten kruisen de Stelling van Amsterdam niet. Om te bepalen of zij een robuuste oplossing kunnen zijn, moeten ze eerst worden bijgewerkt naar het juiste vergelijkingsniveau.
Bij alternatief 2 blijft het verkeer de huidige route via de N203 gebruiken. Er wordt niet gekeken naar de verhoogde variant, omdat daarvoor geen enkel draagvlak in de omgeving is.
Bij alternatief 7 gaat het om een nieuwe weg die langs de wijk Kreekrijk komt te liggen. Deze weg verbindt de A8 met de N203, direct ten westen van Krommenie.
Er is vastgesteld dat varianten die de Stelling van Amsterdam kruisen (alternatief 4, 5 en 6 op de kaart) te maken krijgen met vergelijkbare maatregelen als in het landschapsplan, voor een goede en zorgvuldige inpassing van de weg. Dat brengt dezelfde hoge investeringskosten met zich mee. Deze varianten vallen daarmee af als robuuste oplossing.
Actualisatie
Niets doen aan de toenemende overlast van de N203 bij Krommenie en Assendelft is voor de stuurgroep Verbinding A8-A9 geen optie. Ook omwonenden vragen steeds nadrukkelijker om de hinder aan te pakken. De stuurgroep heeft gevraagd om de effecten van de 2 bovengenoemde varianten te actualiseren. Belangrijke punten daarbij zijn voor de stuurgroep: op welke manier wordt de situatie voor bewoners verbeterd, wat zijn de kosten van de variant en op welke termijn kan het uitgevoerd worden.
Na deze actualisatie worden inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden gevraagd mee te denken over de mogelijkheden voor een robuuste oplossing. De provincie verwacht dit begin 2025.
De volledige planning van het project staat op de website van de provincie Noord-Holland.
Rijksbijdrage Verbinding A8-A9
De investeringskosten van het in 2021 vastgestelde landschapsplan bedragen ruim €900 miljoen. Deze kosten zijn onmogelijk op te brengen door alleen de provincie en de gemeenten. Dat maakt de financiering van het landschapsplan onzeker. Een bijdrage vanuit het Rijk is eerder verder uit beeld geraakt dan dichterbij gekomen. Het Rijk moet bezuinigen en heeft aangegeven de focus te leggen op de grote onderhoudsprojecten in plaats van op nieuwbouwprojecten.