Gemeenteraden bespreken nieuwe plekken voor zon- en windenergie

De kaart met zoekgebieden waar nieuwe en eerder al gekozen plekken waar zonne- en windenergie opgewekt kunnen worden, is geactualiseerd. De gemeenten in Noord-Holland gaan tot half juni deze plannen beoordelen.

Hierna worden deze voorstellen voorgelegd aan de Provinciale Staten om vast te stellen. Uiteindelijk worden ze opgenomen in de provinciale regels. Dit is naar verwachting voor het einde van 2024 rond. Drie jaar geleden is in kaart gebracht waar in Noord-Holland (extra) zonnepanelen en windturbines geplaatst kunnen worden. Dat gebeurde in de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0.  

Regionale Energiestrategie is herijkt

In de Regionale Energiestrategie beschrijven provincie, gemeenten en waterschappen samen met netbeheerders, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en inwoners, hoe en waar hernieuwbare elektriciteit met zonnepanelen en windturbines kan worden opgewekt. Dit is aangegeven in zoekgebieden.  
  
Noord-Holland kent twee RES-en: RES Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid. Deze twee regio’s zijn na de zomer vorig jaar begonnen met het proces om de bestaande kaart met zoekgebieden te actualiseren. Dit betekent dat er zoekgebieden voor zonne- of windenergie konden worden toegevoegd of aangepast.

Waarom actualiseren?

De RES’-en van Noord-Holland zijn in 2021 vastgesteld. Eén van de uitgangspunten van de RES is dat er ruimte is voor innovaties, nieuwe zoekgebieden en initiatieven. De provincie, gemeenten en waterschappen hebben dan ook vorig jaar besloten dat de kaart van 2021 herijkt moet worden. Dit is de Herijking RES 2024.  
  
De aanleiding hiervoor is dat er nieuwe zoekgebieden zijn aangedragen. Daarnaast zijn er zoekgebieden om uiteenlopende redenen afgevallen of aangepast. Bijvoorbeeld vanwege conflicten met milieu beschermingsregels of vanwege te weinig draagvlak. Daarbij blijft de ambitie om in 2030 6,3 Terawattuur duurzame elektriciteit op te wekken (3,6 TWh in Noord-Holland Noord en 2,7 TWh in Noord-Holland Zuid) gehandhaafd. Ook de gemaakte afspraken over samenwerking en de uitvoering blijven hetzelfde. 

Wijzigingen verwerkt

De gemeenten hebben aangegeven welke wijzigingen opgenomen moesten worden in de Herijking RES 2024. Naast eigen initiatief van gemeenten konden initiatieven ook worden aangedragen door bijvoorbeeld ontwikkelaars, energiecoöperaties, inwoners en bedrijven en door medeoverheden zoals de waterschappen of Rijkswaterstaat. Alle initiatieven zijn in kaart gebracht. Het is nu aan de gemeenten, de waterschappen en de provincie om de Herijking RES 2024 vast te stellen.

Besluitvorming

De besluitvorming over de Herijking RES 2024 is maatwerk: er zijn gemeenten zonder wijzigingen van zoekgebieden, hier stelt het college van B&W de Herijking RES vast. Er zijn ook gemeenten met wijzigingen, hier stelt de gemeenteraad de Herijking RES 2024 vast. De waterschappen en de provincie besluiten over de gehele Herijking RES 2024. De Herijking RES 2024 is in het najaar definitief, na het besluit door Provinciale Staten.

Herijking RES 2024 biedt duidelijkheid

De Herijking RES dient meerdere doelen. Het is voor de partners in de RES (gemeenten, waterschappen, provincie) van belang om inzicht te krijgen in de voortgang, om zo hun ambitie in de zoekgebieden tijdig te kunnen realiseren.  Voor de netbeheerders dient de geactualiseerde kaart als input om de uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk te plannen. Tot slot schept een actuele kaart met zoekgebieden duidelijkheid voor inwoners, ontwikkelaars en andere belanghebbenden. Zij weten zo waar ze kunnen meepraten en meedoen.

Doel van 2030

Met de wijzigingen in de Herijking RES 2024 blijven er genoeg mogelijkheden om de gezamenlijke ambitie van 6,3 TWh te realiseren. De grootste uitdaging is om deze ambitie tijdig (in 2030) te behalen. Sinds de RES 1.0 is er in Noord-Holland Zuid 0,4 TWh extra opwek bij gekomen, in Noord-Holland Noord 0,3 TWh. Komende zes jaar moet er in beide RES-regio’s in totaal nog 2,9 TWh gerealiseerd worden. Dit is een grote opgave, zeker omdat het in de praktijk blijkt dat het steeds lastiger wordt om projecten van de grond te krijgen.     
  
De beide regio’s blijven zich volop inzetten voor het realiseren van hun gezamenlijke doelen richting een duurzame toekomst. Er zitten meerdere projecten in ‘de pijplijn’ die komende jaren worden uitgevoerd. Maar extra inspanning is nodig, zodat er in de regio’s voldoende schoon opgewekte energie beschikbaar is en blijft. Want ook na 2030 ligt er nog een grote nationale opgave om meer duurzame energie te realiseren.