“Als alles op de schop moet, kun je dat beter in 1 keer doen”

Een frequente, snelle en betrouwbare HOV-busverbinding van ’t Gooi richting Amsterdam, Schiphol en Almere. Ofwel HOV in ’t Gooi. In december 2022 is de 4 kilometer lange busbaan tussen de A27 en station Hilversum feestelijk geopend.

Maarten Mulder en Arend van Dijk.

Het project is een toonbeeld van samenwerking én duurzame mobiliteit. Zo is tijdens de bouw zo veel mogelijk gebruik gemaakt van elektrisch materieel. Projectmanagers Arend van Dijk en Maarten Mulder vertellen in het kader van de serie ‘Duurzame mobiliteit: hoe dan?’ meer over het project.

Gedeeld leiderschap

Arend overzag als projectmanager bij APPM Management Consultants de uitvoering van het gehele project namens de provincie Noord-Holland. En Maarten hield zich als projectmanager bij ProRail bezig met omgevingsinitiatieven die het spoor raken.
 
De HOV-busbaan werd naast het spoor aangelegd, waardoor de betrokkenheid van ProRail vereist was. Normaal gesproken zitten ProRail en het uitvoeringsteam ieder op hun eigen specialisme. Niet hier, zegt Arend: “Eigenlijk hebben wij alles samen gedaan. Als duo gaven wij invulling aan gedeeld leiderschap.”

Zo’n 40% van het werk zit in de busbaan zelf. “Daarnaast is de verkeersveiligheid verbeterd, zijn knelpunten bij gelijkvloerse kruisingen opgelost, zijn de doorstroming en de fietsinfrastructuur verbeterd, en is een natuurverbinding aangelegd”, vertelt Van Dijk. Mulder voegt daaraan toe: “Aan burgers is niet uit te leggen dat dit allemaal losse opgaven zijn. Als alles op de schop moet, kun je dat beter in 1 keer doen.”

Rekenen en lobbyen met duurzaamheid

Aan het begin van het project, in 2012, had duurzaamheid bij de provincie en gemeenten nog weinig aandacht. “ProRail was er al wel verder in”, stelt Mulder. “Wij werkten al met de aanpak Duurzaam GWW en deden verschillende berekeningen om duurzaamheid te meten.” 

Vanaf 2016 werd duurzaamheid serieus meegenomen door de projectmanagers, onder andere via het organiseren van diverse Ambitieweb-sessies om duurzaamheid te concretiseren. Om het van de grond te krijgen, was het vooral belangrijk een aannemer aan te haken die ook echt wilde meedenken. Zo werden inschrijvers bij de aanbesteding uitgedaagd om hun CO2-uitstoot zoveel mogelijk te minimaliseren. Mulder: “Mede door de stikstofdiscussie maakten we allerlei berekeningen om uitstoot te beperken. Daarna heb ik aan de duurzaamheidsadviseur van BAM gevraagd wat we nog meer konden doen om de uitstoot nog verder te reduceren. Hij is gaan rekenen en kwam terug met een lijst aan mogelijkheden. Op basis daarvan ben ik gaan lobbyen bij de provincie, ProRail en het ministerie om een stap verder te komen.” Hieruit volgde deelname aan de pilot Emissieloos bouwen. 

De belangrijkste les hieruit is dat duurzaamheid niet moeilijk hoeft te zijn. Vaak is het een zaak van doen. Als je eerst kijkt welke zaken je eenvoudig kunt oppakken, kom je al een heel eind. Dat vergt wel een aannemer die ook wil experimenteren met nieuwe methodes. “Wij hebben niet het ei van Columbus gevonden, maar wel veel ervaring opgedaan. En door dit laaghangend fruit te plukken, hebben we toch veel bereikt”, stelt Mulder.

Plezier in weerbarstige praktijk

Juist als mensen plezier hebben in hun werk, gaan ze vol goede moed dit soort complexe uitdagingen aan. Wanneer je aan de slag gaat, ontdek je in de praktijk vanzelf wat wel en niet werkt. “Er is een elektrische krol ontwikkeld, een soort kraan die op het spoor kan rijden, met batterijen erop. Daarnaast is er verschillend elektrisch materieel ingezet bij de bouw van de onderdoorgang. Zo wilde het voorkomen dat na een dag werken het elektrisch materieel met een lege batterij beneden in de onderdoorgang stond en niet meer omhoog kon komen. Daar moesten we iets op verzinnen. Maar het elektrisch materieel zorgde ook voor veel minder geluidsoverlast bij het werken in een besloten ruimte. Allemaal praktische ervaringen die je op doet door gewoon te beginnen. Belangrijkste les voor volgende projecten is toch wel de beschikbaarheid van stroom. Een goede bouwaansluiting is niet altijd vanzelfsprekend hebben we ervaren.” 

Voorbeeldgedrag

Wat Van Dijk graag wil meegeven aan anderen die voor een dergelijke opgave staan, is dat ze er gewoon voor moeten gaan. “Ga staan voor waar je in gelooft en ga het dan ook doen; zorg dat er iets gebeurt. Ook als overheid moet je laten zien dat je het belangrijk vindt en dat je ook goed hebt nagedacht over de uitvoering. Er gaat heel veel geld om in dit soort projecten, dus je kunt ook veel betekenen op het vlak van duurzaamheid en in elk geval veel leren.”

Mulder beaamt dit: “Het belangrijkste is voorbeeldgedrag. Als je duurzaamheid wilt stimuleren, moet daar ook enthousiasme in zitten.”

Financiering

Naast de vele subsidies voor duurzamer bouwen, is er ook de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) voor de aanschaf van emissieloze bouwvoertuigen en ander materieel. Deze regeling geldt voor in Nederland gevestigde bouwbedrijven die zelf materieel hebben en voor bedrijven die bouwmaterieel verhuren. Wanneer zij nieuwe emissieloze (uitstootvrije) bouwmachines kopen of bestaande bouwwerktuigen/zeegaande bouwvaartuigen ombouwen of hermotoriseren, komen ze in aanmerking voor deze subsidie. Hetzelfde geldt voor bedrijven met innovatieve ideeën om emissieloze bouwmachines en de daarvoor benodigde laadinfrastructuur te verbeteren.
 
Op de website van het Regionaal Mobiliteitsprogramma staat op de pagina Financiering meer informatie over deze en andere financiële regelingen om duurzame mobiliteitsmaatregelen sneller te ontwikkelen en uit te voeren.