Wij gebruiken op onze website cookies zodat u de website goed kunt gebruiken. Dit zijn analytische cookies en cookies van YouTube. Wilt u deze website bezoeken? Dan gaat u akkoord met het gebruik van deze cookies.

Aanpak bodemverontreiniging CINDU-terrein

Vanaf het begin tot het eind van de twintigste eeuw werd er in de voormalige fabriek van Chemische INDustrie Uithoorn (CINDU) steenkoolteer uit de hoogovens verwerkt om er onder andere asfalt en teer van te maken. Hierbij is verontreiniging in de bodem terecht gekomen. De bodemverontreiniging is niet schadelijk voor de gezondheid, maar moet wel opgeruimd (gesaneerd) worden.

Er zijn al maatregelen getroffen om verspreiding van de bodemverontreiniging tegen te gaan. De provincie heeft nu een plan opgesteld met een aantal aanvullende maatregelen. Dit plan wordt de komende jaren uitgevoerd.

Kaart aanpak bodemverontreiniging CINDU-terrein

Klik op de kaart voor een grotere versie (pdf)

Op het kaartje staat aangegeven waar de grenzen van het bedrijventerrein van CINDU (oranje) en de aangrenzende woonwijk (blauw) liggen. De woonwijk is geen onderdeel van het projectgebied. Ook is met een rode lijn aangegeven waar de damwand in de grond ligt.

Op dit moment wordt de verontreiniging in de bodem van het CINDU-terrein beheerst en gemonitord door de eigenaar van de locatie (Amstelbeheer BV). Deze maatregelen zijn vastgelegd in een zogenaamde IBC-afspraak (In stand houden, Beheersen en Controleren) tussen CINDU en het Rijk in 1991. Zij hebben afgesproken dat verspreiding van de verontreiniging op deze locatie niet tot risico’s mag leiden.

Zo is er een 7 meter diepe damwand geplaatst rondom het terrein en wordt verontreinigd grondwater gezuiverd. In tegenstelling tot 30 jaar geleden is het beleid nu gericht op het opruimen van de verontreiniging, in plaats van het beheersen van bodemverontreiniging.

De afgelopen jaren is de bodem door de provincie onderzocht op en rond het voormalige CINDU-terrein. Op basis van deze onderzoeken heeft de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) geconcludeerd dat er extra maatregelen nodig zijn bovenop op de huidige maatregelen die door de eigenaar van het terrein worden getroffen. In 2021 heeft de omgevingsdienst een zogenaamde beschikking ‘ernst en spoed’ (pdf) voor de locatie afgegeven.

Op basis van de Wet bodembescherming is de provincie Noord-Holland nu verantwoordelijk voor het nemen van aanvullende maatregelen. De provincie heeft daarom een plan (pdf) opgesteld dat ervoor moet zorgen dat er niet langer sprake is van spoed. Daarnaast richt het plan zich op het opruimen van de verontreinigingen en het afbouwen van de IBC-maatregelen die voorkomen dat de verontreiniging zich verder verspreidt. Dat is in lijn met het huidige landelijke beleid.

Voor de uitvoering van dit plan kreeg de provincie een financiële bijdrage van het Rijk. Het plan bestaat uit een aantal onderdelen en deze worden, in afstemming met de betrokken partijen, in fases uitgevoerd. De komende 3 jaar wordt het eerste deel van het plan uitgevoerd.

Uit recent luchtonderzoek in gebouwen op de locatie blijkt dat er geen gezondheidsrisico is voor gebruikers en omwonenden. Zie de documenten onderaan deze pagina.

In de komende jaren worden er aanvullende onderzoeken en saneringsmaatregelen uitgevoerd om de verspreiding van de verontreiniging beter in beeld te brengen en aan te pakken.

Naast de bodemverontreiniging onder het CINDU-terrein is er ook sprake van verontreiniging in de waterbodem van de naastgelegen Amstel. Deze is verontreinigd geraakt door de aan- en afvoer van materialen van en naar CINDU over het water. Deze plek wordt daarom door Waternet in afstemming met de provincie gesaneerd. Het Rijk heeft ook hiervoor geld beschikbaar gesteld.

De gemeente Uithoorn heeft in de omgevingsvisie van 2022 staan dat zij de locatie wil ontwikkelen tot woon- en werklocatie. Het is een aantrekkelijke locatie vanwege de ligging aan de Amstel en de goede bereikbaarheid. Sinds 2022 onderzoeken de gemeente Uithoorn en de provincie samen of dit mogelijk is. Op dit moment is de bestemming ‘industrie’, maar er zijn momenteel geen industriële activiteiten meer op het terrein.

Wanneer het terrein een nieuwe bestemming krijgt van de gemeente, moet de bodem verder gesaneerd worden. De verantwoordelijkheid voor dit soort verregaande saneringsmaatregelen ligt dan bij de terreineigenaar en/of ontwikkelaar(s). Zij kunnen dan bijvoorbeeld ook een ‘leeflaag’ aanbrengen waardoor de aanleg van tuinen mogelijk wordt.

Heeft u gevonden wat u zocht?

2025 © Alle rechten voorbehouden.