Waterkwaliteit

Noord-Holland is een zeer waterrijke provincie met veel meren, plassen, vaarten en sloten. Maar de wateren zijn vervuild. Hoe zorgt de provincie dat de wateren schoon genoeg zijn om erin te zwemmen, vissen en varen?

Volgens Europese richtlijnen (Kaderrichtlijn Water) moeten oppervlaktewater en grondwater voldoen aan verschillende punten. De Kaderrichtlijn Water (KRW) gebruikt 2 belangrijke soorten waarden om het water te beoordelen: chemische en ecologische waarden. Beide geven aan hoe gezond het water is, maar op verschillende manieren:  

  • De chemische waarde gaat over de hoeveelheid en de soort stoffen in het water, zoals verontreinigingen (bijvoorbeeld lood, pesticiden of stikstof). Het doel is om te zorgen dat deze stoffen niet in schadelijke hoeveelheden aanwezig zijn, omdat ze het milieu en de gezondheid van mensen kunnen bedreigen.  
  • De ecologische waarde kijkt naar het leven onder water. Dit wordt beoordeeld via bijvoorbeeld de aanwezigheid van bepaalde soorten (zoals waterplanten, kleine diertjes en vissen) en het ecosysteem (zoals de temperatuur, zuurstof en de helderheid van het water). 

De wateren voldoen momenteel niet aan de Europese kwaliteitsnormen. Zo zitten er te veel gevaarlijke stoffen in het water en is de ecologie (waterplanten, vissen etc.) onvoldoende. 

Maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren 

De provincie is verantwoordelijk voor het terugdringen van chemische stoffen. Dit gebeurt via het toezicht op indirecte lozingen (lozingen van industriële bedrijven op het riool). De provincie legt natuurvriendelijke oevers aan en maakt sluizen vispasseerbaar. Ook beschermt de provincie de grondwaterkwaliteit. 

Terugdringen chemische stoffen 

De provincie ziet toe op de indirecte lozingen bij 130 bedrijven. In deze lozingen zitten mogelijk problematische stoffen voor de waterkwaliteit. Speciale waterzuiveringsinstallaties zijn niet altijd ingericht op deze stoffen. Vissen, waterinsecten en/of waterplanten die hiervoor gevoelig zijn, kunnen zich niet ontwikkelen of zelfs achteruitgaan. Zo komen de ecologische waarden voor waterkwaliteit onder druk te staan, waardoor de provincie niet aan de Europese verplichtingen kan voldoen. 

De omgevingsdiensten voeren in opdracht van de provincie en gemeenten deze zogenoemde vth-taken uit (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Waterschappen adviseren de omgevingsdiensten hierbij. De provincie heeft 2 fte aan capaciteit beschikbaar gesteld bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied om de indirecte lozingen aan te pakken. Deze medewerkers richten zich specifiek op de vergunningen, toezicht en handhaving van de regels voor deze indirecte lozingen. Na 2026 moet de taak op orde zijn en nemen de omgevingsdiensten het mee in de normale vth-aanpak. 

Aanleg natuurvriendelijke oevers 

Om de ecologische doelen van de KRW te behalen, verbetert en onderhoudt de provincie natuurvriendelijke oevers of legt deze aan. De oevers hebben een geleidelijke overgang tussen water en land. Zoals van vochtig naar drassig of van diep naar ondiep water. Zo ontstaat een gevarieerde begroeiing. Hierdoor kunnen dieren makkelijk het water in en uit en zorgt het voor ruimte voor verschillende plant- en diersoorten. Hierdoor verbetert de biodiversiteit, de waterkwaliteit en wordt het gebied aantrekkelijk voor recreatie. Ook dragen ze bij aan verbindingen tussen bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland.  

De provincie onderhoudt ruim 250 kilometer aan vaarwegen en daarmee 500 kilometer aan oevers. Hiervoor geldt dat de natuurvriendelijke oevers worden aangelegd, tenzij het niet anders kan. De provincie werkt ook samen met andere waterbeheerders. Voor de aanleg van deze geleidelijke overgangen heeft de provincie € 1.000.000 beschikbaar gesteld. Samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wordt onderzocht waar deze oevers het best tot hun recht komen. 

Sluizen vispasseerbaar maken 

De provincie draagt bij aan de ecologische doelen door vispassages aan te leggen. Door sluizen passeerbaar te maken voor vissen, kunnen er meer verschillende vissoorten in een watergebied leven. Daardoor wordt het ecosysteem gezonder. 

In Noord-Holland leven diverse trekvissoorten, zoals de paling (aal), driedoornige stekelbaars, spiering en bot. Voor trekvissen is het verplaatsen tussen de zee en het zoete water belangrijk. Ze hebben beide plekken nodig om te overleven. Hindernissen zoals sluizen maken dit moeilijker. De paling is bijvoorbeeld een van de bekendste trekvissoorten die hierdoor in hun voortbestaan bedreigd worden.   

De provincie beheert en bezit 10 (schut)sluizen. Er is € 550.000,- om deze sluizen passeerbaar te maken voor vis. Dit wil de provincie uiterlijk 2027 hebben afgerond.  

Beschermen kwaliteit grondwater 

Voor grondwater geldt dat de kwaliteit goed moet zijn en er voldoende van beschikbaar is. De provincie speelt een belangrijke rol in het beheer van grondwater en de uitvoering van de KRW. Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden is het beschermen van de grondwaterkwaliteit. Dit gebeurt vooral in grondwaterbeschermingsgebieden, waar de provincie regels opstelt om schadelijke activiteiten te beperken. Door beschermingszones (grondwaterbeschermingsgebieden) aan te wijzen en specifieke voorschriften te maken, zorgt de provincie dat het grondwater schoon blijft en geschikt voor gebruik. De provincie monitort verder het grondwater, brengt risico's in beeld en onderneemt actie om de kwaliteit te verbeteren of te beschermen. Lees meer over wat de provincie doet op deze pagina over grondwater

De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de verbetermaatregelen voor oppervlaktewater en de provincie voor de verbetermaatregelen voor grondwater. 

Vragen? 

De provincie doet nog veel meer achter de schermen. Wilt u weten hoe het precies zit of heeft u aanvullende vragen? Neem dan contact met ons op via de contactpagina.