Welgelegen als provinciehuis
Sinds 1930 is het historische gebouw Paviljoen Welgelegen het onderkomen van het provinciaal bestuur van Noord-Holland. Het hart van het provinciehuis, de Statenzaal, is ook het hart van de provinciale politiek.
De commissaris van de Koning en de leden van het college van Gedeputeerde Staten hebben in het Paviljoen hun werkvertrekken. In het gebouw vinden ook de Staten- en commissievergaderingen plaats, worden ontvangsten georganiseerd en zijn tentoonstellingen te zien. De maandelijkse Statenvergaderingen zijn openbaar en kunt u bezoeken.
Provinciehuis
In het begin van de 20ste eeuw was het onderkomen van de provincie in de Jansstraat te klein geworden voor de bestuurders en ambtenaren. Ook voor de vergaderingen van de Provinciale Staten moest worden uitgeweken naar het Haarlems Stadhuis. In 1923 werd voorgesteld om Paviljoen Welgelegen in te richten als gouvernementsgebouw. De toenmalige rijksbouwmeester Bremer kreeg de opdracht om het pand geschikt te maken als provinciehuis. Tussen 1927 en 1930 zijn de restauratiewerkzaamheden uitgevoerd.
Geschenken
Omdat Paviljoen Welgelegen een lange tijd leeg stond, verslechterde de algehele conditie van het gebouw. Ook liet de aankleding te wensen over. Door de financiële crisis aan het einde van de twintiger jaren was er weinig geld beschikbaar om het pand aan te kleden. Rijksbouwmeester Ir. G.C. Bremer vroeg daarom alle gemeenten in Noord-Holland om een bijdrage aan de inrichting van ‘hun’ provinciehuis.
Veel gemeenten gaven gehoor aan zijn oproep en gaven (gezamenlijke) geschenken. Deze werden vaak speciaal ontworpen in art-decostijl, die in deze tijd zeer populair was. Er werden bijvoorbeeld 2 series wandtapijten ontworpen door Chris de Moor en Willem Arondéus.
Arondéustapijten
De serie van 9 wandtapijten in de Statenzaal werd ontworpen door Willem Arondéus. Dat het kleed van Amsterdam groter is dan dat van de andere gemeenten, is niet alleen doordat Amsterdam de hoofdstad is. Het stelde ook het meeste geld beschikbaar. Het Amsterdam-tapijt is daardoor het centrale werk geworden.
Lodewijk Napoleonzaal en de Wilhelmina van Pruisenzaal
Deze voormalige schilderijenzalen worden nu gebruikt als vergaderkamer voor de verschillende Statencommissies en evenementen. De wandtapijten in deze zalen zijn ontworpen door Chris de Moor en vervaardigd door de Nederlandse Kunstweefschool in Den Haag. Ze werden geschonken door verschillende gemeenten en waterschappen. De herkomst is af te lezen aan de gemeentewapens en aan de onderwerpen van de tapijten.
Heel speciaal zijn de klokken ontworpen door Jan Eisenloeffel, 1 van de belangrijke ontwerpers van die tijd. Het grootste exemplaar hangt nog steeds in de Statenzaal, geschonken door het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland (PEN).
1 van de 3 kleinere klokken hangt in de historische tentoonstelling. Naast de klokken ontwierp Eisenloeffel ook een bijzondere kroonluchter die momenteel in de antichambre hangt, een geschenk van de gemeente Bloemendaal.
Prachtig is ook het geschenk van de gemeente Haarlem: een glas-in-loodraam van W. Bogtman. Dit raam is na de restauratie teruggeplaatst in de ronde hal van het Dreefgebouw en zichtbaar vanuit de tuin van het Paviljoen.
Statenzaal
In het verleden had het paviljoen 2 daklantaarns die de kunstcollectie veilig uitlichtten. In de loop van de jaren verdwenen deze lantaarns. Tijdens de restauratie zijn de originele bouwtekeningen van de daklantaarns gevonden, waarna deze zijn teruggeplaatst op de zijzalen. Hierdoor is een indrukwekkende hoogte ontstaan. In de hoge ruimten hangen 5 eigentijdse kroonluchters, zowel in de Statenzaal als de beide zijzalen. Deze ‘droomluchters’ zijn gemaakt naar een ontwerp van de Haarlemse kunstenaar Michel van Overbeeke. Hij zegt hierover: “Het zijn niet alleen lampen. Ik heb de functie van de ruimte in het ontwerp meegenomen. Er wordt in de Statenzaal vergaderd door verschillende mensen met verschillende achtergronden. Alle onderdelen van de kroonluchter zijn anders, net zoals de mensen die er vergaderen. Zij hebben ieder hun eigen verhaal. Dat wordt gesymboliseerd door de glazen objecten, zoals de ananas die een mondje heeft.”
De gouden verbindingsarmen stellen de grillige communicatie tussen mensen voor. Aan deze verbindingsarmen hangen de 87 unieke glasobjecten, die zijn geblazen bij Van Tetterode in Amsterdam.