Vergroten, versterken, verbinden

‘Het Natuurnetwerk voltooien’. Dat klinkt makkelijk. Maar de aangewezen stukken natuur liggen verspreid over de provincie. Het is grond die soms bewerkt wordt door agrariërs, soms braak ligt of bedoeld was voor woningbouw. Die plekken zijn in 1990 aangewezen voor natuur, maar om allerlei redenen nooit ingericht.

Vergroten natuurdeel

De noodzaak is er wel. Voor de verscheidenheid van planten en dieren. De opvang van de toenemende recreatiedruk. Gezonde lucht, bodem en water. En voor de opvang van de klimaatverandering. Dat zijn de redenen dat de provincie het Natuurnetwerk wil afmaken.

Het gaat niet om nieuwe gebieden, maar de inrichting van al in 1990 aangewezen gebieden.  Daar vergroot de provincie het natuuraandeel. Bijvoorbeeld rond de meest bijzondere en Europees beschermde Natura 2000-gebieden. Of aan de binnenduinrand, de strook net na de duinenzoom richting het achterland. De provincie voert de komende jaren zo’n 55 natuurprojecten uit voor het herstellen en versterken van het Natuurnetwerk.

Versterken kwaliteit

In en rond de Natura 2000-gebieden is daarnaast vooral aandacht voor het herstellen en versterken van de kwaliteit van de bestaande natuurgebieden. Dit gebeurt aan de hand van beheerplannen. Verder worden er bronmaatregelen genomen om de neerslag van stikstof te voorkomen.

Verbinden vergroot kansen

Het meest bijzondere onderdeel van het Natuurnetwerk is… het netwerk! Door natuurgebieden te verbinden, ontstaan grotere leefgebieden. De kansen van planten en dieren om zich te ontwikkelen en vermenigvuldigen nemen daarmee toe. Want waar een poldervisje aan één goede sloot voldoende heeft, vraagt een otter een oppervlakte van heel Nederland om te overleven. Die verbindingen zijn er in alle soorten en maten. Van natuurstroken, bermen en watergangen tot grote ecoducten. En dat geldt ook voor de dieren die erover lopen. Reeën en vossen, maar ook kevers en duizendpoten. Op de NNN-kaart zijn de verbindingen te zien als mosgroene lijntjes.

Natuurbruggen

De meest in het oog springende verbindingen zijn de gebouwde natuurbruggen. Je ziet ze wel eens over de snelweg liggen. Daar rijden geen auto’s, maar zie je groen. De eerste natuurbrug in Noord-Holland werd in 2006 gebouwd. Het is de Natuurbrug Zanderij Crailoo. Het zijn er inmiddels tientallen. Met de komst ontstond een aaneengesloten natuurgebied van Naarden aan het Gooimeer via de Utrechtse Heuvelrug tot Rhenen bij de Neder-Rijn. Andere voorbeelden zijn de drie natuurbruggen bij het Natura 2000-gebied Kennemerland Zuid, Duinpoort, Zeepoort en Zandpoort. Maar kleinere verbindingen zijn minstens even belangrijk. 

Natuur ontsnipperen bij verkeerswegen

Verkeerswegen helpen mensen snel ergens te komen, maar vertragen dieren en versnipperen hun leefgebied. Veel dieren komen om in het verkeer, ook op de provinciale wegen. Voor de das is het zelfs de grootste doodsoorzaak. We helpen ze met allerlei tunneltjes, duikers en groene bermen. Maar hoe weet een vos nou waar hij de weg moet oversteken?

In het coalitieakkoord staat dat de provincie dit probleem wil oplossen. Daarom heeft de provincie samen met de Wageningen Universiteit (WENR) onderzocht op welke provinciale wegen de grootste knelpunten voor wilde dieren liggen. De resultaten van dit onderzoek staan in het Eindrapport Ontsnipperingsbeeld Noord-Holland WUR 2021 (pdf, 64 MB). 

Het onderzoek is op 9 februari 2022 gepresenteerd door onderzoeker Edgar van der Grift (Wageningen Universiteit) tijdens een bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger. Ook legde gedeputeerde Esther Rommel uit wat de provincie met de resultaten gaat doen. Bekijk de bijeenkomst terug op de website van Pakhuis de Zwijger
Ook de uitleg over de aanpak van het onderzoek op 30 oktober 2020 is terug te zien op de website van Pakhuis de Zwijger.

Door het verbinden van natuurgebieden ontstaan grotere leefgebieden. Dieren kunnen zich daardoor makkelijker verspreiden en vermenigvuldigen. Dit versterkt de biodiversiteit. In de provincie kunnen op 68 plaatsen nog veilige oversteekplaatsen voor dieren komen. Bijvoorbeeld kleine faunatunnels en ecoduikers. De komende 6 jaar zijn er op veel provinciale wegen werkzaamheden gepland. In de voorbereiding wordt rekening gehouden met mogelijke oversteekplaatsen.

Monitoring natuurverbindingen

De aangelegde natuurverbindingen worden veelvuldig onderzocht. Daaruit blijkt hoe succesvol verbindingen zijn.

Videostill Ecoducten Gooi en Vechtstreek
30 jaar Natuurnetwerk Nederland, aflevering 3: Ecoducten Gooi en Vechtstreek
 (video)

Video Naardermeer Ankeveen
Video over de Natuurverbinding Naardermeer-Ankeveen (klik op de afbeelding)

Natuurbruggen Zuid-Kennemerland

In de duinen van Zuid-Kennemerland zijn kort na elkaar 3 natuurbruggen gebouwd: Zandpoort (2013), Zeepoort (2017) en Duinpoort (2018). Met deze bruggen is de natuur van de Amsterdamse Waterleidingduinen weer verbonden met het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Deze natuurbruggen zijn bedoeld voor alle diersoorten die thuishoren in bloemrijke duingraslanden. Het gaat in totaal misschien wel om duizenden soorten. Om te weten te komen of de bruggen gebruikt worden is een monitoringsprogramma opgesteld. De natuur op deze bruggen wordt vanaf 2020 5 jaar lang door boswachters, ecologen en vrijwilligers gevolgd. 

Video Natuurbrug Zeepoort
Video over het tot stand komen van de natuurbruggen (klik op de afbeelding)

Het aantal damherten was een aantal jaren enorm toegenomen, met name in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dat zorgt voor schade aan de natuur in dit gebied. Om dit in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland te voorkomen, is er op Natuurbrug Zandpoort tijdelijk een hek geplaatst dat alleen damherten tegenhoudt. Alle andere dieren kunnen gewoon gebruikmaken van de natuurbrug. Als over een paar jaar de populatie damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen is teruggebracht tot een aantal dat beter in balans is met het gebied, wordt het hek verwijderd. Op de website van de Amsterdamse Waterleidingduinen staat actuele informatie over het damhertenbeheer.

Natuurverbinding Zwaluwenberg

In het Gooi, bij de natuurverbinding Zwaluwenberg, is het voor het eerst gelukt om langlopend en diepgravend onderzoek te doen naar de effectiviteit van natuurbruggen. Over een periode van 7 jaar hebben onderzoekers van de Wageningen University en Research (WUR), samen met studenten en ecologen van RPS en Movares, onderzoek gedaan. Conclusies zijn onder andere dat reeën en dassen goed gebruik weten te maken van de natuurverbinding, maar de boommarter nog niet. Dit lijkt voor een deel te liggen aan het ontbreken van voldoende opgaande begroeiing op de natuurbruggen. De bruggen worden ook gebruikt door de hazelworm en levendbarende hagedis. En van de kale rode bosmier is het aantal nesten gedurende de onderzoeksperiode toegenomen. Een uitgebreidere samenvatting van de resultaten is te vinden in het rapport Natuurverbinding Zwaluwenberg – gebruik door mens en dier

Natuurverbinding Zwaluwenberg
Foto van plattegrond met daarop de ligging van Natuurbrug Hoorneboeg en Natuurbrug Zwaluwenberg 

Waterbuffels

Rond Muiden, op het oude tracé van de A1, ligt een stuk nieuwe natuur met veel waterpartijen. Hierdoor is het gebied lastig bereikbaar en daarmee moeilijk te beheren. In de discussie over hoe het gebied dan wel beheerd kon worden, kwam het antwoord: waterbuffels. Dit is de eerste keer in de provincie Noord-Holland dat deze dieren als natuurbeheerder worden ingezet. Om te zien of de dieren de verwachtingen waarmaken, wordt in een pilot van 5 jaar onderzocht of begrazing door waterbuffels een (financieel haalbaar) middel kan zijn om natuur te ontwikkelen en te beheren. Het eindrapport wordt in de loop van 2025 verwacht.

Waterbuffels

Onderzoek boommarterrasters

In 2020 is Wageningen Environmental Research (WENR) gestart met het project Zoology Zoogether. Het doel van dit onderzoeksproject is het opzetten van een samenwerkingsverband met enkele dierentuinen/wildparken om het functioneren van (innovatieve) faunamaatregelen onder gecontroleerde omstandigheden uit te testen met behulp van dieren in gevangenschap. Een eerste casus in dit project was het testen van een ‘marterraster’. Dit is een raster dat bedoeld is om boommarters, steenmarters en andere klimmende diersoorten van verkeerswegen te weren om aanrijdingen te voorkomen en de dieren te leiden naar faunapassages. Een effectief marterraster kan het aantal aanrijdingen met klimmende diersoorten op verkeerswegen verminderen, waardoor de vitaliteit van dierpopulaties wordt versterkt. Uit het onderzoek blijkt dat het standaardontwerp voor boommarterrasters dat nu veelal wordt gebruikt niet voldoet. Deze conclusie geeft aanleiding om dit ontwerp in de Leidraad Faunavoorzieningen aan te passen.

Meer informatie

Neem voor meer informatie contact op met Gerlies Nap.