Ganzen in Noord-Holland

Nederland is een paradijs voor ganzen. Er is hier veel open water en de graslanden bestaan uit sappig en eiwitrijk gras – precies wat ze zoeken. De laatste decennia zijn er steeds meer ganzen die het hele jaar in Noord-Holland verblijven en broeden (standganzen).

Tot in de jaren ’80 van de vorige eeuw bezochten ganzen ons land alleen in de winter, als stop tijdens hun trek van en naar de broedgebieden in het noorden van Europa. Inmiddels is het aantal standganzen van een handvol uitgegroeid tot een groep van ongeveer 150.000 ganzen. In de winter verdubbelt dit aantal in Noord-Holland door het bezoek van trekganzen uit andere landen.

Ganzen hebben veel voordeel gehad van het natuurherstel, waarbij met name water de ruimte heeft gekregen. Ook klimaatverandering speelt een rol in dit proces; Nederland wordt geschikter in de winter en Zuid-Europa wordt steeds droger en daardoor minder geschikt. Trekkende vogels verblijven hier daardoor nu langer en sommige blijven zelfs helemaal in Nederland.

Ganzen1

Problematiek van ganzen

Ganzen horen bij ons landschap, maar de grote aantallen die nu in Noord-Holland zijn veroorzaken knelpunten. Ganzen eten niet alleen graag sappig gras, maar ook gewassen zoals granen, sla of broccoli. Zo veroorzaken ze grote schade aan landbouwgewassen. In natuurgebieden is er schade door overbegrazing van oevervegetaties en rietlanden, waardoor zeldzame soorten die hiervan afhankelijk zijn verdwijnen. De grote karekiet die zijn nesten in goed ontwikkelde rietkragen wil maken, is hiervan een voorbeeld. 

Rietkragen en de soorten die daarvan gebruikmaken zijn ook erg belangrijk voor de waterkwaliteit. Daarnaast vervuilen ganzen in recreatiegebieden het zwemwater. En tot slot vormen ganzen een groot risico voor de vliegveiligheid op en rond Schiphol. Daarom wordt er een faunabeheerplan Ganzen gemaakt. In de wet is vastgelegd dat Faunabeheereenheden de taak hebben om deze plannen te maken en dat de provincie controleert of de plannen aan de wet en aan hun eigen beleidsregels voldoen. 

Faunabeheerplan Ganzen

Iedere provincie heeft een Faunabeheereenheid. In Noord-Holland is dit de Faunabeheereenheid Noord-Holland (FBE). De FBE is een zelfstandige stichting met een maatschappelijke taak, die is vastgelegd in de wet.  De FBE onderzoekt op verzoek hoe knelpunten tussen mensen en wilde dieren kunnen worden voorkomen en stelt daar een faunabeheerplan voor op. Zo’n verzoek kan bijvoorbeeld komen van natuurorganisaties, de overheid, agrariërs of particuliere grondeigenaren. Ook faunabeheerders (vrijwillige jagers die schade door wilde dieren bestrijden) geven knelpunten door.

Bij het opstellen van een faunabeheerplan vindt altijd een afweging plaats: de belangen van de dieren en die van de maatschappij. Oplossingen zijn gebaseerd op de resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek, praktijkervaringen, kennis van experts en op wat binnen de Omgevingswet en de beleidsambities van de provincie mogelijk is.  In eerste instantie gaat het altijd om preventieve maatregelen (nietsdoen, weren en verjagen). Pas als die onvoldoende effect hebben, komt het doden van ganzen in beeld.  

Activiteiten in faunabeheer 

Het bestrijden van ganzen om schade te voorkomen of te verminderen gebeurt allereerst door weren of verjaging. Weren kan door het plaatsen van rasters of hekken. Verjagen kan met bijvoorbeeld linten, lasers, geluid en honden. Ganzen zijn echter slimme dieren die snel leren dat bepaalde verjaagmethoden geen daadwerkelijk gevaar vormen. Daarom kan het noodzakelijk zijn om ganzen te verjagen met ondersteunend afschot. Dat betekent dat 1 of een aantal ganzen in een groep wordt afgeschoten, met het effect dat de rest van de groep langere tijd wegblijft. Deze plek ervaren de ganzen dan namelijk als niet veilig. Om de ganzen niet voortdurend heen en weer te blijven verjagen wordt ze ook een alternatief geboden. Er zijn rustgebieden aangewezen waar ganzen kunnen rusten en eten zonder verjaagd te worden.

Omdat verjaging bij de huidige grote aantallen ganzen niet voldoende is om de schade te beperken, is besloten om de populaties te verkleinen. Hierbij is het doden van ganzen onvermijdelijk. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals het vangen en doden van ganzen tijdens de rui – wanneer ze niet kunnen vliegen – en het doden door afschot.

Uitvoering faunabeheer 

Vrijwillige faunabeheerders doen een groot deel van de uitvoering. Zij zijn regionaal verenigd in Wildbeheereenheden. Deze verenigingen maken afspraken met grondeigenaren over de uitvoering van de schadebestrijding. Faunabeheerders kunnen pas het veld in als ze beschikken over een jachtakte. Om een jachtakte te krijgen moet iemand voldoen aan strenge eisen, zoals een uitgebreide opleiding en een jachtdiploma. De aanvrager moet aantonen dat die veilig en goed met het wapen kan omgaan. 

Daarnaast moet het terrein van de grondeigenaar voldoen aan wettelijke richtlijnen van een jachtveld. Denk aan de minimale oppervlakte van het veld, zodat gebruik van een geweer zo veilig mogelijk is. De korpschef van de politie is verantwoordelijk voor het afgeven van jachtaktes en het controleren van de jachtvelden waarop de faunabeheerder schade wil bestrijden. Een jachtaktehouder die zich niet aan de veiligheidseisen houdt, verliest zijn akte. Zo wordt de veiligheid en de uitvoering van het beheer gewaarborgd.

Goed om te weten: er is een verschil tussen jacht en faunabeheer. Bij jacht is er sprake van benutting (een oud recht dat bij wet is vastgelegd). Bij faunabeheer gaat het altijd om het voorkomen of bestrijden van schade (preventieve maatregelen en afschot).

Ganzen2

Voorkomen van overlast en dierenleed

Als er ganzen verjaagd worden met bijvoorbeeld een gaskanon of gedood worden met een geweer kan dat overlast geven, zeker in een dichtbevolkte provincie als Noord- Holland. Omwonenden of voorbijgangers die vermoeden dat er regels worden overtreden kunnen de faunakalender raadplegen van de FBE Noord-Holland. Daarin staat wat wel en wat niet mag. Twijfelt u of de wet wordt overtreden, dan kunt u contact opnemen met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Deze dienst ziet erop toe dat faunabeheerders de regels volgen in de vergunningen en ontheffingen. Bij vragen over het correcte en veilige gebruik van het geweer is de politie het eerste aanspreekpunt.

Het kan voorkomen dat een gans niet in één keer gedood wordt door een kogel. Een jager zal er altijd alles aan doen om dieren zo snel mogelijk uit hun lijden te verlossen. Het is niet uit te sluiten, en gelukkig gaat het om incidenten, dat een vogel doorvliegt, uit het zicht raakt van de jager en daardoor niet meer vindbaar is. Mocht u zo’n gans vinden, neem dan meteen contact op met de FBE. Zij zorgen dan dat u in contact komt met de Wildbeheereenheid in dat gebied. 

U kunt ook contact zoeken met een (vogel)opvangcentrum dat ervaring heeft met de opvang van wilde dieren. Zij kennen ook de weg naar de Wildbeheereenheid en weten wat er in zo’n geval moet gebeuren. In de meeste gevallen zal dit dier zo snel mogelijk uit zijn lijden worden verlost. Het is verboden om zelf gewonde wilde dieren te verplaatsen. Als dat niet op een goede manier gebeurt kan dit veel stress en onnodig lijden voor het dier opleveren en kunt u een bekeuring krijgen.