Over het project
In de Nederlandse energietransitie spelen windparken op zee een grote rol. De Energiehaven IJmond wordt een haven specifiek gericht op de bouw van deze windparken. De ontwikkeling van de Energiehaven is een samenwerking tussen de provincie Noord-Holland, gemeente Velsen, Zeehaven IJmuiden en Port of Amsterdam. Ook het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), het ministerie van Economische Zaken (EZK), Rijkswaterstaat en Tata Steel zijn betrokken.
Windparken op zee
De komende jaren worden steeds meer windparken gebouwd op de Noordzee. Hiervoor zijn speciale installatiehavens nodig. De windmolens worden steeds groter en de schepen die voor de bouw van de windparken gebruikt worden ook. In Nederland kunnen op dit moment alleen nog de havens van Groningen en Vlissingen deze schepen ontvangen, maar daarvandaan kunnen niet alle Nederlandse windparken worden gebouwd. Daarom wordt Energiehaven IJmuiden ontwikkeld tot installatiehaven en wordt het hierdoor een belangrijke uitvalsbasis voor de aanleg en het onderhoud van windparken op zee.
Locatie
De locatie voor de Energiehaven is gunstig gelegen: de haven bevindt zich straks net buiten de sluizen van IJmuiden en op relatief korte afstand van een groot deel van de te realiseren windparken op zee. De haven wordt gerealiseerd op de plaats van de huidige Averijhaven. Momenteel bevindt zich hier een voormalig baggerdepot van Rijkswaterstaat dat op dit moment wordt gesaneerd en ontmanteld door het Rijk. De Energiehaven krijgt een terrein van ruim 15 hectare met een diepzeekade van 580 meter lang. Deze kade is geschikt voor het aanmeren van de grootste schepen die nodig zijn voor de installatie van windparken op zee.
Kosten en baten
In 2023 is een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) uitgevoerd voor dit project. Met een dergelijke analyse worden de positieve en negatieve effecten van een project op de welvaart in Nederland ingeschat. In het geval van de Energiehaven is er sprake van een MKBA-verhouding van 1,9. Dat betekent dat dat de maatschappelijke baten (opbrengsten) van de Energiehaven de maatschappelijke kosten ver overstijgen.
Het project Energiehaven heeft wel te maken met een zogeheten ‘onrendabele top’. Dat betekent dat de investering in de Energiehaven zichzelf niet terugverdient en dat er extra geld nodig is om het project te realiseren. Omdat de maatschappelijke baten zo hoog zijn en het project cruciaal is voor het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen, is het consortium in gesprek met Europa en het Rijk over een financiële bijdrage. In 2023 is er al een Europese subsidie toegekend voor de ontwerpfase. In 2024 onderzoeken het consortium en het Rijk de mogelijkheden voor het afdekken van de onrendabele top.
Samenwerking
Port of Amsterdam, provincie Noord-Holland, de gemeente Velsen en Zeehaven IJmuiden werken gezamenlijk aan de Energiehaven. Vanwege het belang voor de Nederlandse energietransitie en het feit dat het op grond van het Rijk en Tata Steel wordt gerealiseerd, zijn ook het ministerie van I&W, het ministerie van EZK, Rijkswaterstaat en Tata Steel betrokken.
Subsidie Europese Unie
De Energiehaven heeft in 2023 ruim € 2 miljoen Europese subsidie gekregen. Het geld is bedoeld voor de Ontwerpfase van het project. De Europese Commissie stelt dit geld uit de Connecting Europe Facility (CEF) beschikbaar. Dit fonds is bedoeld voor projecten rond spoorwegen, binnenvaart en luchtvaart.