Afspraken woningbouw

Omdat veel woningen gebouwd moeten worden, is meer regie vanuit de overheid nodig. Afspraken over het aantal te bouwen en het aandeel betaalbare huizen helpen daarbij. 

Regionale afspraken  

Om samen te werken aan sterke(re) regio’s, moeten gemeenten in de regio’s het samen eens worden over bijvoorbeeld nieuwe woningbouw en de bestaande woningvoorraad. Daarom worden er regionale afspraken gemaakt. De regionale woonafspraken bestaan uit:     

  • Woonakkoorden tussen regio en provincie  
  • Regionale woningbouwprogrammeringen met afspraken over woningbouwplannen van de regio (zowel aantallen als segmenten, typen en prijscategorieën)  
  • In de toekomst worden woonakkoorden vervangen door volkshuisvestingsprogramma’s

Woonakkoorden tussen regio’s en provincie  

De provincie en de Noord-Hollandse gemeenten hebben per regio afspraken gemaakt over nieuwbouw en bestaande bouw. Deze afspraken zijn vastgelegd in zogenoemde ‘woonakkoorden’. De akkoorden bevatten de toekomstige uitdagingen, acties en afspraken voor de komende 5 jaar. Er zijn afspraken over het aantal woningen en het vinden van geschikte woningen voor allerlei mensen, met of zonder zorgvraag. Maar ook over klimaatneutraal en circulair bouwen (aardgasvrij en met oog voor het veranderende klimaat) in de buurt van ov-knooppunten en met behoud van de groene en gezonde leefomgeving. En over het verduurzamen van bestaande woningen.   

Regionale woningbouwprogrammeringen  

In de regionale woningbouwprogrammeringen maken de samenwerkende gemeenten onderling afspraken over de ontwikkeling, transformatie en herstructurering van woningbouwlocaties. Ook wordt er gekeken naar de hoeveelheid woningen in de plannen, de kwaliteit en de fasering.    

Gemeenten maken regionale afspraken over woningbouw die aansluiten op de woningbehoefte en passen binnen de mogelijkheden (zie ook demografische ontwikkeling). Zij wegen zorgvuldig af wat de beste plek is om te bouwen binnen de gemeentelijke, regionale en provinciale kaders. Gemeenten houden daarbij rekening met bereikbaarheid, werkgelegenheid, gezondheid, waterberging, natuur en ruimte. De provincie is betrokken bij de programmeringen, maar hoeft vanwege haar rol de afspraken zelf niet te ondertekenen.  

Afspraken Rijk, provincies en gemeenten  

Vanwege de grote urgentie van de woningbouwopgave is meer regie vanuit de overheid nodig. In 2022 stelde het Rijk daarom de Nationale Woon- en Bouwagenda op. Daarnaast is er een wetsvoorstel voor Versterking van regie op de volkshuisvesting (Wvrv), deze wordt later in 2024 behandeld door de Tweede Kamer. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat gemeenten, provincies en het Rijk meer verantwoordelijkheden krijgen in de opgave. Bijvoorbeeld door te sturen op het halen van het afgesproken aantal woningen en het aandeel betaalbare woningen. 

Woondeals 

Provincie Noord-Holland maakte randvoorwaardelijke woningbouwafspraken met het Rijk en sloot samen met gemeenten woondeals voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en Noord-Holland Noord (NHN). Deze woondeals worden voor 1 januari 2026 samen met gemeenten concreter gemaakt in (deel)regionale volkshuisvestingsprogramma’s. 

Volkshuisvestingsprogramma’s 

Als de wet Versterking van regie op de volkshuisvesting wordt aangenomen, worden op 4 niveaus volkshuisvestingprogramma’s gemaakt:  

  • Landelijk 
  • Provinciaal 
  • Deelregionaal
  • Lokaal 

In de volkshuisvestingsprogramma’s wordt op provinciaal en (deel)regionaal niveau concreet gemaakt voor wie, waar en hoeveel er gebouwd wordt. Hierbij wordt uitgegaan van de woondeals. Het gaat hierbij in ieder geval om de volgende onderwerpen: woningbouw en woningbouwprogrammering, verduurzaming, leefbaarheid, woonbehoefte en aandachtsgroepen, zoals ouderen. In de deelregionale volkshuisvestingsprogramma’s is ruimte voor aanvullende afspraken over andere thema’s. Gemeenten stellen zelf lokale volkshuisvestingsprogramma’s op.

Woningen voor jongeren, ouderen en aandachtsgroepen 

Door de grote druk op de woningmarkt is het noodzakelijk dat bepaalde doelgroepen extra aandacht krijgen. Er is bijvoorbeeld een toenemende behoefte aan ouderenwoningen en verpleegzorgplekken als gevolg van de snelle vergrijzing. Andere aandachtsgroepen zijn bijvoorbeeld studenten, woonwagenbewoners en (dreigend) dak- en thuislozen. Ook vraagt de provincie aandacht voor starters en jongeren. 

Provincies krijgen vanuit de Wvrv een nieuwe wettelijke taak om de huisvesting voor aandachtsgroepen regionaal af te stemmen. Daarbij neemt de provincie deel aan het gesprek hierover tussen gemeenten. Als het gemeenten niet lukt om afspraken te maken, zal de provincie een wettelijk percentage opleggen van de vrijkomende woningvoorraad.  

Daarnaast heeft de provincie een controlerende taak gekregen. Als gemeenten zich niet aan de eigen- of toegewezen afspraken houden heeft de provincie de bevoegdheid om vrijkomende woningen toe te wijzen aan urgente aandachtsgroepen. De gemaakte afspraken landen in woonzorgvisies in het hoofdstuk wonen en zorg in de lokale volkshuisvestingsprogramma’s. Provincies hebben daar een wettelijk adviesrecht over. 

Genoeg ruimte en gezonde leefomgeving 

De provincie vindt het belangrijk dat in Noord-Holland voldoende ruimte voor woningbouw is. De provincies hebben de verantwoordelijkheid voor het creëren van deze ruimte, zodat gemeenten kunnen zorgen voor voldoende plancapaciteit. Het vinden van ruimte is wel een opgave. Alle ruimtelijke opgaven en ambities bij elkaar opgeteld is er een aanvullende ruimtevraag van ongeveer 27% van de oppervlakte van de provincie Noord-Holland, boven op het bestaande ruimtegebruik en oppervlakte van de provincie. Een klein deel hiervan is nodig voor de woningbouwopgave. Daarom gaan we zuinig om met de ruimte die we hebben. Bijvoorbeeld door: 

  • Te sturen op meervoudig ruimtegebruik. De provincie stimuleert dat woningbouw zoveel mogelijk binnenstedelijk en rond ov-knooppunten plaatsvindt.  
  • Woningbouw in landelijk gebied is mogelijk als de gemeente daar afstemming over heeft gehad met de regiogemeenten.  
  • De provincie schrapt het verbod op kleinschalige woningbouw in landelijk gebied, dat alleen in de MRA gold. 

In specifieke gevallen is het toch mogelijk in beschermd landschap te bouwen. Dit gebeurt alleen onder voorwaarden, op kleine schaal en in aansluiting op bestaande bebouwing. Op regioniveau is in Noord-Holland, gezien de ruime plancapaciteit, kwantitatief gezien geen noodzaak voor woningbouw in beschermd landschap. 
Toch vinden we het wenselijk om de mogelijkheden voor dorpen en andere kernen te verruimen, met het oog op de leefbaarheid, vitaliteit en het behoud van het voorzieningenniveau in het dorp.

De provincie ziet toe op de balans tussen het behoud van ruimte voor woningbouw en ruimte voor bedrijven, ook in zware milieucategorieën. Gebrek aan ruimte heeft geleid tot meer woningbouw in de buurt van bijvoorbeeld industrie, vliegverkeer of wegen. Hierdoor staat de gezonde leefomgeving onder druk. Gemeenten worden daarom gevraagd om vooraf te onderzoeken of een nieuwe woningbouwlocatie geschikt is met het oog op het belang van deze gezonde leefomgeving. Dit is lijn met de Startnotitie Gezonde Leefomgeving.