Uitrit aan provinciale weg aanleggen of aanpassen

Provinciale wegen hebben veel uitwegen. Duurzaam Veilig en het CROW geven aan dat het aantal minimaal moet zijn. 

De provinciale wegenverordening schrijft voor dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen (op grond van artikel 2.2., eerste lid Wabo). Omdat uitwegen potentieel gevaarlijke locaties zijn, dienen deze zoveel mogelijk voorkomen te worden. 

De provincie heeft een voorkeur voor alternatieve oplossingen, zoals ontsluiting via het wegennet van een lagere orde c.q. parallelvoorziening of een gemeenschappelijke uitweg. 

Voor een duurzaam veilig wegennet is het belangrijk dat de vormgeving van wegen eenduidig en herkenbaar zijn. Daarom moet het aantal categorieën voor weggebruikers beperkt zijn. Hiervoor bestaan 3 categorieën:

  1. Stroomwegen
    Stroomwegen zijn gericht op een zo veilig en betrouwbaar mogelijke afwikkeling van relatief grote hoeveelheden verkeer met een hoge gemiddelde snelheid. Zowel op de wegvakken als de kruispunten wordt prioriteit gegeven aan doorstromen. Dit vereist onder andere gescheiden rijrichtingen, ontbreken van overstekend en kruisend verkeer en in- en uitvoegend verkeer bij aansluitingen.
  2. Gebiedsontsluitingswegen
    Gebiedsontsluitingswegen zijn gericht op het stromen op de wegvakken, terwijl het uitwisselen plaats vindt op kruispunten. De gebiedsontsluitingsweg vormt de verbindende schakel tussen stroomwegen en erftoegangswegen. In de praktijk zijn de meeste provinciale wegen een gebiedsontsluitingsweg. Binnen de bebouwde kom vormen de belangrijke gemeentelijke wegen gebiedsontsluitingswegen.
  3. Erftoegangswegen
    Erftoegangswegen zijn gericht op het toegankelijk maken van erven. Dit betreft alle manoeuvres die nodig zijn voor het bereiken van particuliere percelen, openbare percelen, het in- en uitstappen en het laden en lossen van goederen. Op zowel de wegvakken als de kruispunten is sprake van uitwisseling en moet de snelheid laag zijn.

Voorwaarden

De volgende belangrijkste voorwaarden zijn opgenomen in de provinciale Wegenverordening:

  1. Een omgevingsvergunning voor een nieuwe uitweg of wijziging van een uitweg of het gebruik daarvan wordt niet verleend, tenzij sprake is van een groot maatschappelijk belang of dringende noodzaak gelet op de veiligheid van de weg of de bereikbaarheid van een perceel. Ook moet aangetoond zijn dat hiervoor geen alternatieven zijn.
  2. Een omgevingsvergunning voor een nieuwe uitweg wordt ook niet verleend als de aanvrager of diens rechtsvoorganger voorafgaand aan de aanvraag de beschikking heeft of had over een andere uitweg, al dan niet op grond van een zakelijk of persoonlijk recht van gebruik.
  3. In afwijking van punten 1. en 2. kan een omgevingsvergunning voor verplaatsing van een bestaande uitweg worden verleend als door verplaatsing van de uitweg de verkeersveiligheid wordt bevorderd.
  4. punt 1. is onverkort van toepassing op uitwegen die aan een erftoegangsweg zijn gelegen, tenzij een nieuwe uitweg of wijziging van een uitweg geen negatieve gevolgen heeft voor de veiligheid van de weg.
  5. Een omgevingsvergunning voor een nieuwe uitweg of wijziging van een uitweg of het gebruik daarvan wordt alleen verleend onder de voorwaarden dat het zicht op en vanaf de uitweg niet wordt belemmerd en er voldoende ruimte is om de uitweg vooruitrijdend en zonder onderbrekingen op en af te rijden.

 

Aanpak

Een omgevingsvergunning voor uitwegen moet bij de desbetreffende gemeente worden aangevraagd. De gemeente is vervolgens verplicht de provincie om advies te vragen wanneer het gaat om een uitweg op een provinciale weg. Normaal gesproken neemt een gemeente het advies van de provincie over. Mocht de gemeente dit niet doen dan kan de provincie hiertegen zelf bezwaar aantekenen. 

Termijn

De provincie neemt binnen 8 weken een beslissing over uw vergunningaanvraag. Wanneer de provincie dat nodig vindt, dan kan zij deze termijn verlengen met maximaal 6 weken.

Wet- en regelgeving

Contact

U vraagt de omgevingsvergunning voor het aanleggen van een inrit aan bij de provincie via het Omgevingsloket.

Gemeenten
Soms kunt u de vergunning bij de gemeente aanvragen. Ook al gaat het om een provinciale weg. De gemeente vraagt dan advies aan Gedeputeerde Staten. Hiervoor moet de gemeente een formulier gebruiken.

Bezwaar & beroep

Bent u het niet eens met de toekenning of afwijzing van een vergunning? Maak dan bezwaar binnen 6 weken na de beslissing van de provincie. Bent u het daarna niet eens? Dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank. Eventueel kunt u daarna nog in hoger beroep gaan.

Heeft niemand gereageerd binnen de beroepstermijn van 6 weken? Dan is de vergunning definitief.