Aan: Provincie Noord-Holland
Betreft: Zienswijze Ontwerp derde herziening Omgevingsverordening NH2022
Geachte Gedeputeerde Staten,
Hierbij wil ik een zienswijze indienen over het Ontwerp derde herziening
Omgevingsverordening NH2022, en dan met name de aanpassing voor de regels over
het Bijzonder Provinciaal Landschap (Subparagraaf 6.2.5.2 Beschermd landschap).
Noord-Holland is een prachtige provincie, waar nog veel waardevolle landschappen
aanwezig zijn. Door de bescherming van het bijzonder provinciaal landschap door de
provincie is het gelukt om woningbouw te combineren met behoud van open gebieden
als Waterland, de binnenduinrand, of de Schermer. Hierdoor liggen er nog dorpen vrij in
het landschap, ben je vanuit grote steden zo in het groen, en is niet de hele duinrand
volgebouwd. Deze afwisseling maakt de provincie (be)leefbaar voor haar inwoners.
Op dit moment is het niet zomaar toegestaan om woningen te bouwen in bijzonder
provinciaal landschap als daardoor de zogenaamde “kernkwaliteiten” worden
aangetast. De Provincie stelt nu voor om deze regels verregaand aan te passen,
waardoor woningbouw ook in de meest waardevolle landschappen mogelijk wordt
gemaakt. De naam verandert van Bijzonder Provinciaal Landschap in Beschermd
landschap.
In de “Ontwerp herziening” wordt een bouwproject tot 25 woningen mogelijk gemaakt in
beschermd landschap, ook als de kernkwaliteiten wordt aangetast. Voorbeelden
hiervan zijn een bijzondere historische verkaveling, het vrije zicht op een molen of
kasteel, of aardkundige monumenten als oude wadgeulen.
Uit de eigen cijfers van de provincie blijkt dat er al voldoende planologische ruimte is in
Noord-Holland om woningen te bouwen. Het is helemaal niet nodig om daarvoor extra
ruimte te maken in het landschap. Bovendien is – indien noodzakelijk – ook volgens het
huidige beleid woningbouw binnen beschermd landschap al mogelijk, als er sprake is
van een groot openbaar belang. Het bouwen van wijkjes van 25 woningen in de meest
waardevolle landschappen van onze provincie zal het woningtekort niet oplossen, maar
wel het karakter van Noord-Holland verregaand aantasten. Een aanpassing met grote
gevolgen die nooit meer is terug te draaien.
Het belangrijkste argument om de regels te versoepelen is het behoud van de
leefbaarheid in dorpen. Maar voor die leefbaarheid is er in dorpen vooral behoefte aan
betaalbare woningen voor starters en senioren. Met de nieuwe regels kunnen dure
vrijstaande woningen in het landschap worden gebouwd. De benodigde senioren- of
jongerenwoningen mogen dan elders worden gebouwd. De nieuwe wijkjes aan de
randen zullen in de praktijk dus lang niet altijd ten goede komen aan de huidige
bewoners, terwijl de leefbaarheid van het dorp er juist door vermindert, omdat het
omliggende landschap wordt verkleind en aangetast.
Ik wil u dan ook vragen om het huidige Artikel 6.59 Bescherming en activiteiten Bijzonder
provinciaal landschap niet aan te passen, en de ontwikkeling van maximaal 25 woningen
waardoor kernkwaliteiten worden aangetast niet op te nemen in de herziening van de
Omgevingsverordening. Concreet wil ik u vragen om lid 3 te verwijderen uit Artikel 6.59a
Activiteiten in Beschermd landschap.
Vriendelijke groet, Joos Kaars Sijpesteijn
Wijzigingen Omgevingsverordening Noord-Holland ter inzage
In de Omgevingsverordening staan alle regels over de inrichting van de ruimte in Noord-Holland. Naast kleine tekstcorrecties en verduidelijkingen worden nu 3 grote wijzigingen voorgesteld.
Deze zijn van dinsdag 2 juli tot en met maandag 12 augustus 2024 in te zien. Iedereen kan in deze periode op de voorgestelde wijzigingen reageren.
Verruiming regels bouwen
In Noord-Holland zijn tot en met 2030 191.000 nieuwe woningen nodig. Een groot deel daarvan kan binnen bestaand stedelijk gebied gebouwd worden. De provincie wil gemeenten daarnaast de mogelijkheid geven om woningen te bouwen aan de randen van bestaande bebouwing. Dit heeft een positief effect op de leefbaarheid in een gemeente. Daarom past de provincie een aantal regels die nu gelden voor bouwen in landelijk gebied aan.
Aanscherping regels zonne-energie in het buitengebied
In toenemende mate worden in Noord-Holland initiatieven ontwikkeld voor het opwekken van zonne-energie. Zowel binnenstedelijk, denk aan daken en parkeerplaatsen, als in het buitengebied wordt gekeken naar mogelijkheden. De provincie wil het liefst alle ruimte voor zonne-energie in het stedelijk gebied benutten, maar om de klimaatdoelen te halen is het ook nodig om daarbuiten te kijken. Om een goede ruimtelijke afweging te maken voor zonneparken in het buitengebied, zijn landelijke afspraken gemaakt over de voorkeursvolgorde voor de locatiekeuze. Die leiden tot aanpassing van de regels in de Omgevingsverordening.
Klimaatbestendig bouwen
De provincie wil haar regels rondom klimaatadaptatie aanscherpen. In 2050 wil de provincie volledig klimaatbestendig zijn, wat betekent dat ze voorbereid wil zijn op de effecten van klimaatverandering. Denk aan toename van wateroverlast of hitte in de bebouwde omgeving. De aanscherping kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de inrichting van steden, locatiekeuze van nieuwe projecten, of het ontwerp van gebouwen en infrastructuur.
Jaarlijkse wijziging Omgevingsverordening
De Omgevingsverordening Noord-Holland 2022 (OV NH2022) wordt jaarlijks geactualiseerd. De nu voorgestelde wijzigingen gaan over onder andere nieuw beleid en het uitwerken van afspraken uit het provinciale coalitieakkoord. Alle stukken zijn van dinsdag 2 juli tot en met maandag 12 augustus 2024 beschikbaar op www.noord-holland.nl/Terinzageleggingen. Iedereen kan in deze periode op de voorgestelde wijzigingen reageren.
De ontvangen reacties worden beantwoord en, waar van toepassing, verwerkt in de OV NH2022. Gedeputeerde Staten leggen die, inclusief de Nota van beantwoording, ter besluitvorming voor aan Provinciale Staten (PS). Daarvoor wordt het eindconcept in november behandeld in de Commissie Ruimte. Na vaststelling door PS in december, treedt de gewijzigde OV NH2022 naar verwachting op 1 januari 2025 in werking. Zie voor meer informatie www.noord-holland.nl/omgevingsverordening
